Geen aansprakelijkheid voor schade in geval van EG 261/2004 (DBC) voor hotelaanbod

Een luchtvaartmaatschappij dient de passagier maximaal 3 overnachtingen in een accommodatie aan te bieden indien de vlucht niet uitgevoerd kan worden op de dag van vertrek. De luchtvaartmaatschappij, of reisorganisator onder de Richtlijn Pakketreizen, moet dit onder alle omstandigheden aanbieden of betalen, ongeacht de oorzaak van de vertraging, annulering of het uitvallen van een vlucht.

In een arrest van het Hof van Justitie van de EU is nu bepaald dat de passagier die in die bewuste periode schade lijdt, de airline niet met succes aansprakelijk kan stellen voor die schade. In dit geval ging het om een reiziger die een mobiele beperking kende. Tijdens haar verblijf in dit hotel is de reizigerdie in een rolstoel zit, gevallen en ernstig gewond geraakt nadat de voorwielen van haar rolstoel vast waren komen te zitten in een dwarsgeul.

Het hof bepaalde dat de airline weliswaar her verblijf moet aanbieden, maar niet verantwoordelijk is voor de omstandigheden van dat verblijf. Zie ook http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=EG%2B261%252F2004&docid=230605&pageIndex=0&doclang=NL&mode=req&dir=&occ=first&part=1&cid=2490349#ctx1