Voorstel wet Faillissementsaanvragen biedt partijen meer lucht

De Tijdelijke voorziening Betalingsuitstel COVID-19 (hierna: tijdelijke voorziening) biedt de rechter op verzoek van de schuldenaar die een onderneming drijft de mogelijkheid om de behandeling van faillissementsaanvragen voor een termijn van twee maanden aan te houden en andere verhaalsacties te schorsen. 

Op die manier kan een schuldenaar betalingsuitstel worden verleend. De rechter honoreert het verzoek van de schuldenaar als: 

– hij zijn betalingsverplichtingen tijdelijk niet kan voldoen vanwege een gebrek aan liquide middelen; 
– deze liquiditeitsnood hoofdzakelijk of uitsluitend is ontstaan doordat hij vanwege de uitbraak van het coronavirus of de beperkende maatregelen die de overheid in verband daarmee sinds 16 maart 2020 heeft afgekondigd, zijn bedrijfsvoering niet (volledig) heeft kunnen voortzetten; 
– er voor de uitbraak van het coronavirus of de afkondiging van de beperkende maatregelen geen sprake was van financiële problemen; 
– zijn bedrijf verdiencapaciteit en toekomstperspectief heeft, en 
– de schuldeiser die het faillissementsverzoek heeft ingediend of een verhaalsactie heeft ingesteld, met de aanhouding of schorsing niet wezenlijk en onredelijk in zijn belangen wordt geschaad.

Het doel is niet de schuldenaar (degene die iemand geld schuldig is) van gemaakte schulden te bevrijden. Bovendien bevat de regeling zelf een inhoudelijke belangenafweging door de rechter waarbij deze de belangen van de schuldeiser meeweegt.

De Raad van State merkt in haar advies nog op dat de uitzondering die de Belastingdienst zou krijgen niet logisch is, en ook in dat geval dezelfde criteria zouden moeten gelden. Zie ook de Memorie van Toelichting voor de goede lezer. https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2020/09/04/memorie-van-toelichting-tijdelijke-wet-covid-19-szw-en-jv/memorie-van-toelichting-tijdelijke-wet-covid-19-szw-en-jv.pdf